Ruim twee decennia lang verschenen er aan de lopende band producties waarop Ben van Oosten muziek vertolkte van Franse bodem. Nog niet zo heel lang geleden verscheen de uitgave met orgelwerken van Camille Saint-Saëns. Als grote verrassing ligt er nu opeens een productie compleet volgespeeld met muziek van Britse bodem.
A Festival of English Organ Music luidt de titel van deze cd. Twee producties terug - die uit Dudelange - was het nog A Festival of French Organ Music. Toch dé specialiteit van Ben van Oosten. En dan is daar opeens onverwacht de oversteek naar het Engelse vasteland. De cover laat zien dat het hier om een eerste volume gaat. Dat schept meteen verwachtingen voor de toekomst.
Ik moet zeggen dat van Oosten mijn onverdeelde aandacht heeft met deze productie. Dat had ik met zijn laatste Franse producties veel minder. Muzikaal viel er -naar mijn smaak- steeds minder te beleven. Het sterkst vond ik dat bij de Saint-Saëns productie. Deze productie laat echter (weer) zien dat we hier van doen hebben met iemand die heel veel kan. Hier hoor ik een Ben van Oosten die ik graag wil horen. Dit type orgel eist ten opzichte van het Franse ook een andere houding van de organist. Het is daarmee tegelijk ook veel buigzamer, zowel in klank als functionaliteit. Dat werd ook al bevestigd in eerdere producties. (o.a. in de Dupré-uitgave waarop hij het Casavant-orgel in The Brick Presbyterian Church van New York bespeelt.) George Thalben-Ball is vertegenwoordigd met zijn bekende Elegy. Misschien wel het meest bekende (en gespeelde) stuk in de Engelse orgelliteratuur. Van Oosten weet er wel raad mee. Van een onwerkelijke schoonheid is Stanford’s Fantasia and Toccata opus 57. Dit prachtige werk komt onder zijn handen heel fraai uit de verf. Adequaat orgelgebruik en een juiste timing gaan hier hand in hand. Geraffineerd en speels klinken ook het daaropvolgende Divertimento van Percy Whitlock, het Scherzo van William Thomas Best en het Rondo Capriccioso (een studie in accenten) van Edwin Henry Lemare. Stuk voor stuk werken die dit orgeltype op het lijf geschreven zijn. Een feest om naar te luisteren. Natuurlijk mag iemand als Edward Elgar in dit programma niet ontbreken. Van hem klinken hier het bekende Nimrod uit de Enigma Variations en zijn grote Orgelsonate opus 28. Ter vergelijk legde ik deze opname naast die van Thomas Trotter op hetzelfde orgel en die van Robert Quinney op het orgel van de Westminster Abbey. Het enige wat dan opvalt, is dat beide Engelse collega’s slanker registreren.
Het orgel van Henry Willis uit 1877 in Salisbury Cathedral blijkt een ultiem voertuig voor deze muziek. Henry Willis zei ooit dat hij dit orgel rekende onder zijn beste instrumenten. De klank is zeer karakteristiek en helder ondanks een stevig fundament. De zeer adequaat werkende zwelkasten zorgen voor een extra dimensie en de nodige spanning. Als laatste noem ik ook de zeer fraaie opname.
Het Frankrijk van eind negentiende en begin twintigste eeuw is ingewisseld voor muziek van Britse bodem. Wat ons betreft blijft dat even zo. We zien met spanning het tweede deel tegemoet. Zeer warm aanbevolen!
JAN-WILLEM VAN BRAAK | FEBRUARI 2014