Het orgel van de Saint-Ouen in Rouen geldt als een van de mooiste en best bewaarde instrumenten van Aristide Cavaillé-Coll. Terecht. Dat wordt door deze opname van het Franse label Solstice weer eens onderstreept. Helemaal als we bedenken dat we hiervoor ver terug moeten in de tijd, namelijk naar 1974…
Verrassing: wie denkt dat we hier te maken hebben met een slechte opname komt bedrogen uit. De (weliswaar geremasterde) opname blijkt alleszins acceptabel. Het orgel in deze opname maakte op mij een verpletterende indruk. De opname stamt uit een tijd dat in Nederland het orgel uit de Saint-Ouen nog onbekend was. De eerste Nederlander die dit orgel definitief op de kaart zette was Ben van Oosten met zijn Vierne-opnamen uit 1985.
De tweede verrassing is de muziek van Eugène Reuchsel. Zijn laatromantische negentiende-eeuwse (en niet zo bekende) muziek verdient het om royaal gespeeld te worden. Hoewel niet gemakkelijk, zowel voor de speler als de luisteraar, is het toch muziek van hoog niveau. Van Eugène Reuchsel (1900-1988) is bekend dat hij in zijn leven meer dan 5.000 pianorecitals gaf. Wie deze muziek beluistert hoort ook meteen de invloed van de piano. Het rijk aanwezige kleurenpalet van Cavaillé-Coll in Rouen zorgt er verder voor dat de harmonieën heerlijk openbloeien. Kleuren en harmonieën die veel associatie oproepen met de klankwereld van Marcel Dupré. Toch heeft de muziek iets heel eigens. Dat wordt onder meer heel kleurrijk gedemonstreerd in het Petit Cimetière et cyprès autour de la vieille église de Bormes-les-Mimosas. Een prachtige sfeertekening vol klankkleuren! Spectaculair is vervolgens de vertolking van het Jour de Fête aux Saint-Maries-de-la-Mer. Deze sterk aan Dupré verwante toccata laat de schoonheid en ruigheid van de vele tongwerken optimaal tot hun recht komen.
Twee dingen vallen mij hier op. Ten eerste hoe Pierre Labric met het orgel omgaat. Het klinkt allemaal niet zo dik (zoals op de meeste opnamen van dit orgel), maar juist slank. Registreren is een kunst! Als tweede noem ik zijn manier van spelen. Over het algemeen lijken Franse organisten iets te bezitten wat de Nederlandse organist niet heeft. Ik doel dan enerzijds op het katholicisme en het protestantisme. De een heeft nu eenmaal iets met het protestantse koraal en de ander met de katholieke mis. Beiden komen voort uit een innerlijke overtuiging. Dat verschil is wat mij betreft altijd hoorbaar. Anderzijds doel ik ook op de manier waarop er op de conservatoria in Frankrijk les gegeven wordt. Zonder hoofdvak piano geen hoofdvak orgel. Hoe je het ook wendt of keert, het maakt verschil!
Samenvattend een cd die weer het nodige stof deed opwaaien. Niet alleen vanwege bovenstaande aspecten maar ook vanuit muzikaal oogpunt. Daarnaast toont het ook aan dat het repertoire uit vroeger jaren veel breder was dan vandaag de dag. Waar zou dat toch aan liggen? Iemand als Feike Asma begreep dat in zijn dagen al. Ik zou zeggen: doe er uw voordeel mee! En… luister eens naar deze schijf.
JAN-WILLEM VAN BRAAK | SEPTEMBER 2013