Home » Winkel » Orgel Frankrijk » Widor, Vol. 1

Widor, Vol. 1

30,00

Christian Schmitt in Rouen.

Artikelnummer: CPO777705-2 Categorie: Tags: , , ,

Omschrijving

Organ Symphony No.1, Op.13 No.1

  1. Prélude
  2. Allegretto
  3. Adagio
  4. Intermezzo
  5. Marche Pontificale
  6. Méditation
  7. Finale

Organ Symphony No.2, Op.13 No.2

  1. Praeludium circulare – Andantino
  2. Pastorale – Moderato
  3. Andante
  4. Salve Regina – Allegro
  5. Adagio – Andante
  6. Finale – Allegro

Organ Symphony No.3, Op. 13 in E minor

  1. Prélude: moderato
  2. Minuetto
  3. Marcia
  4. Adagio
  5. Finale: Allegro molto

Organ Symphony No.4, Op. 13 in F minor

  1. Toccata
  2. Fugue: Moderato assai
  3. Andante cantabile
  4. Scherzo: Allegro vivace
  5. Adagio
  6. Finale

Christian Schmitt, St Ouen Rouen

Rouen en Charles Marie Widor; beter kan haast niet dacht ik bij het zien van deze opname. Tegelijk: wat voegt het vandaag de dag nog toe aan de gerespecteerde opnamen die er op dit gebied te verkrijgen zijn? Organist Christian Schmitt lijkt er niet echt mee te zitten. Zijn interpretatie: wees je zelf en vertel je eigen verhaal.

In de praktijk blijken er naast veel individuele opnamen met losse symfonieën (of delen daaruit) maar een handvol integrale opnamen van Widor’s complete Symfonieën te bestaan. Heel bekend zijn natuurlijk die van Ben van Oosten (MDG) en Herman van Vliet (Festivo). Wat minder bekend zijn die van Pierre Pincemaille (Solstice), Joseph Nolan (Signum) en Frédéric Ledroït (Skarbo). De oudste papieren heeft de Motette serie uit 1980-90 van de vorige eeuw. Onlangs verscheen er (tegelijk met deze uitgave) ook één bij het label Aeolus met organist Martin Bambauer op het orgel van de Saint-Sulpice in Parijs (zie de recensie in de laatst verschenen orgelvriend).

Feit is wel dat de opnamen van Ben van Oosten en Herman van Vliet inmiddels twintig jaar achter ons liggen. Ik heb ze zelf ook en koester ze. Hetzelfde geldt voor de uitgave van Pincemaille en sommige Motette delen. Overigens zegt een datum niets, het gaat om het totale plaatje. Deze CPO uitgave met organist Christian Schmitt (1976), bezit in principe alle ingrediënten die nodig zijn om met hoge cijfers de eindstreep te halen. Ze is ten eerste opgenomen op de mooiste plek die je voor dit repertoire maar bedenken kan: de Saint-Ouen in Rouen. Ten tweede is de opname (in co-productie met de Bayerische Rundfunk) van een zeer excellente kwaliteit. En niet in de laatste plaats: het spel van Schmitt mag er zijn.

Schmitt is geen onbekende in opnameland. Het boekje meldt dat hij al 35 cd’s op zijn naam heeft staan. Op het label Brilliant Classics nam hij alle orgelconcerten van Händel op. En bij CPO maakte hij opnamen met werk van Koechlin en Pachelbel maar ook van Widor’s oeuvre voor orgel en orkest. Deze opname lijkt een logisch vervolg daarop. Gelijk bij de opening van de Prélude uit de eerste Symfonie hoor ik een prachtige wisselwerking tussen organist, orgel en ruimte. Die dansante openingsmaten zingen door de ruimte waardoor de toon meteen is gezet. Mooi! Het ragfijne Intermezzo komt eveneens heel mooi uit de verf (mooi zwelkastgebruik!) terwijl de robuuste Marche Pontificale inclusief chamades en 32 voeten rauw en hees over je heen dendert! In de tweede Symfonie horen we een heel speels en toch ook devoot Pastorale en het aanstekelijke Scherzo is hier (overigens geheel in stijl) ingewisseld voor het delicate Salve Regina. Stoer en ruig klinkt als laatste de Finale. In de derde Symfonie beluisteren we een traag op gang komend Minuetto (van Vliet doet dat mooier!) voorafgegaan door een intens gespeelde Prélude. Dat wel. De langzame delen geregistreerd in strijkersklanken met daaronder de ronkende contrabassen doen zeer weldadig aan. De uitspraak van Cesar Franck “Mon orgue, cest mon orchestre!” spreekt hier tot de verbeelding. In de opening van de vierde symfonie maken we nog even een uitstapje naar Bach. Met een majestueus ingeleidde Toccata (geheel volgens klassieke principes) en een lyrische Fuge (die refereert aan Mendelssohn) belanden we aan bij het Scherzo. Dit stuk, typerend voor de stijl van Widor en waarin zich in het middendeel een lyrische melodie ontwikkelt in canonvorm, wordt door Schmitt zeer fraai vertolkt. De Finale sluit deze Symfonie in stijl af.

Het moet gezegd zijn; gaandeweg ben ik erg van deze opname gaan houden. Alles klopt aan dit plaatje. Orgel, ruimte en organist klinken als een eenheid. Het Cavaillé-Coll orgel in de Saint-Ouen blijkt wederom een instrument van wonderbaarlijke schoonheid. Om te vergelijken legde ik mijn oor stiekem te luisteren bij collega’s. En als het daarom gaat slaagt Schmitt hier met hoge cijfers. Naar mijn smaak wint hij het met deze eerste vier symfonieën van Ben van Oosten en op onderdelen ook van Van Vliet. De Symfonieën vijf tot en met tien vind ik bij van Oosten echter weer ongeëvenaard. Ik ben dan ook benieuwd naar het vervolg. De prijs kwaliteits verhouding is zeer in het voordeel van de consument. Aarzel niet om dit prachtige album binnen te slepen!

JAN-WILLEM VAN BRAAK |  MEI 2015